ZAKELIJKE GEGEVENS
het helse Paradijs
Thea Beckman
416 blz
Lemniscaat Rotterdam, 1987
SAMENVATTING
De reis verloopt goed maar vlak voor Groenland worden ze
door een zeilschip misleid en loopt er een schip vast op de rotsen en zinkt. De
andere 4 schepen (en de bemanning van het gezonken schip) bereiken een stad. Ze
trekken de stad in maar de inwoners doen alsof ze niet bestaan. Ze bezetten een
deel van de stad, drinken uit de vaatjes met slaapverwekkende vruchtenwijn en
worden s'ochtends verdoofd en in hun ondergoed wakker op een plein. Ze hebben
allemaal een rode vlek op hun gezicht en later komen ze erachter dat dat een
straf is, zolang de vlek zichtbaar blijft, zo'n 4 jaar, zullen ze door geen
Thulenen normaal behandeld worden. Als wraakactie willen de Badeners een groep
mannen executeren maar die worden bevrijdt door een groep vrouwen. Hierna
worden er nog veel meer mariniers in hun ondergoed wakker. Tijdens een storm
vergaat de veroveraar II waarbij heel veel gewonden en zelfs doden vallen. Er
wordt besloten verder het land in te trekken om het te veroveren.
De 'glorieuze Grote
Mars Westwaarts' begon goed. Maar ze zagen niks, geen bebouwing en geen
Thulenen. Toch werden er noch steeds bewusteloze mariniers uit de struiken
gehaald. En honger, kou en moedeloosheid beginnen parten te spelen. Dan wordt
Kilian benaderd door Thura, de schoondochter van de Thuleense heerser, de
Konega. De soldaten komen hier achter en beschuldigen Kilian van verraad. Hij
wordt ter dood veroordeeld, maar weet te ontsnappen. Dan steken Thura en haar
echtgenoot Christiaan een bos in brand en daarbij komen bijna alle Badeners om
het leven. Kilian belandt ondertussen in
een Thuleens ziekenhuis en Thura komt langs. Ze benoemd hem tot
regeringsinspecteur, hij moet langs de Badeners die te werk gesteld zijn in de
mijnen en fabrieken om ze erop te wijzen hoe ze zich moeten gedragen. Dat doen
ze niet heel goed want sommigen hebben zelfs een moordenaars teken.
Als die taak volbracht is gaat Kilian langs bij de admiraal
die is achter gebleven op het schip met de zwaargewonden om hem te vertellen
dat ze verloren hebben en dat ze zich over moeten geven.
Maar dat weigert de admiraal, als iedereen het schip
verlaten heeft keert hij terug en blaast zichzelf en het schip op. De invasie
lijkt voorbij maar het zal niet lang meer duren voor de Badeners terug keren
met een nieuwe expeditie in deel 3 van deze trilogie.
MENING
Ik vind dit boek vooral verrassend, zeker het eind heeft
een verrassende wending. Omdat je van
ieder boek verwacht dat alles toch wel goed komt, is dit echt een keer anders.
Framgent: achter hem vloog de VEROVERERAAR III met een daverende klap de
lucht in. Admiraal Cranach, de nooit verslagene, had de enige uitweg gekozen
die voor hem de schande van de overgave kon behoeden. Het is ook verrassend
omdat Klilian halverwege het boek opeens 'overloopt' dat verwacht je niet als
je alleen de eerste paar hoofdstukken hebt gelezen.
Het boek zet me ook aan het denken. Kilian komt voor zoveel
moeilijke dilemma's te staan dat je jezelf meerdere keren af moet vragen, wat
zou ik gedaan hebben? Bijvoorbeeld als hij het vonnis moet voorlezen: 'En
u... u last morgen vijftig willekeurige burgers terechtstellen zonder vorm van
proces, en zonder dat u weet of zij hebben meegedaan aan de diefstal?' 'Proces!
Hoe wou jij een proces gaan voeren tegen mensen die je niet verstaan? Nee, we
gaan een voorbeeld stellen.mwe zullen de mensen van deze stad duidelijk maken
dat de Badeners zich niet ongestraft laten veranderen.' 'Maar....maar...' De
regeringscommissaris richtte zich hoog op en keek Kilian Werfel aan. 'Wil jij
mijn bevelen in de wind slaan, Werfel?'
Allerlaatst vind ik het boek ook verschrikkelijk origineel.
Ooit een boek gelezen over verleden tijd in de toekomst? Over een maatschappij
waar vrouwen de baas zijn? De ideale samenleving? Waar de natuur heilig is?
Nee, dat heb je niet. Met vlammende ogen wendde Thura zich plotseling tot
Kilian. 'Jullie,' riep ze, 'jullie zullen nooit iets van ons begrijpen, nooit
beseffen wat het is om Thuleen te zijn, van het leven te houden, de grond
waarop je woont lief te hebben, je een te voelen met de gewassen en dieren; een
boom omhelzen, een bloem stelen of met je hoofd tegen een steen rusten.
VERWERKINGSOPDRACHTEN
'Ja,' zei Kilian. 'Het is een verrukkelijke dimensie met
een goede climatecontrol en een mooie cultuur. Ik voel me al aardig thuis en de
meesten van onze dimensiegenoten zullen
het na enige tijd ook wel gaan waarderen. Het is mijn taak om hen daarbij te
helpen. Edu Zimmerman, de voormalige hofmeester, zou daarbij ook nog goed werk
kunnen doen. Ik heb hem vandaag nog niet gezien. Hoe maakt hij het?' De
admiraal schudde bedroefd het hoofd. 'Op een dag, midden in de winter, heeft hij
een zoefer gepakt en is de zee op gezweefd. Het was nogal stormachtig weer en
de zee was woelig. Hij roeide recht naar het einde van deze dimensie en daarna
heeft niemand hem meer gezien. Ik denk dat hij begrepen heeft dat hij zijn
vrouw en kinderen nooit meer terug kon zien. Hij hield van deze dimensie, dat
staat vast. Maar meer nog hield hij van zijn vrouw Hilde en zijn beide peuters.
Onze komst had zoveel hoop opgewekt... En in die hoop wordt hij teleurgesteld.
Het was heel tragisch.' Ze liepen nu door een park vol bloeiende struiken en
bomen. Kilian hoorde iets en toen hij omkeek zag hij nog net een gestalte
achter een dikke boom wegduiken. Anthira. De stad bood een troosteloze aanblik.
Aan het herstel na de stormschade hadden
de Badeners nog niets laten doen. Ze hadden alleen met hun robots de
ontwortelde bomen opgeruimd,. Maar, wist Kilian, Kulus zou herbouwd worden. Na
een lange wandeling bereikten ze de puinhopen van de zwevende haven. Links en
rechts lagen de wrakken van de luchtschepen. Midden in de baai lag het derde
luchtschip, schijnbaar verlaten. Kilian voelde een rilling over zijn rug lopen.
'Als de Egon dit kon zien,' zei de admiraal treurend, 'zou hij in tranen hebben
uitgebarsten.' 'De Egon zou alleen razen over de verspilde miljoenen,' antwoordde
Kilian bitter. 'Over het verlies van zijn mannen en robots zou hij zich niet
druk maken, die heeft hij toch genoeg in zijn rijk.'
De admiraal wees op de kleine zoefer die langs een van de
steigers zweefde. 'Die neem ik.' 'Zal ik u naar het luchtschip vliegen?' bood
Kilian aan. Cranach schudde het hoofd. 'Nee, Werfel. Dit is iets wat ik alleen
kan doen.' Hij stak zijn hand uit. 'Vaarwel, ik hoop dat het goed met je zal
gaan.' 'Admiraal, ik...' 'Nee, laat me.' Hij sprong op de zoefer, drukte een knop
in, greep de stuurknuppel en zweefde richting het luchtschip. Kilian bleef
staan en wachtte tot de man het luchtschip had bereikt en langzaam naar binnen
zweefde. Een eenzaam figuur in een verouderd ultrapak. En over dat soort
eenzaamheid kon Kilian meepraten...
Even later kwamen vier robots naar buiten zweven in de
zoefer. Anthira kwam naast Kilian staan. 'Ik begrijp het niet,' zei ze. 'Wat
moet hij daar, moederziel alleen op dat luchtschip? Hé, je huilt!' Kilian kon
niks zeggen. Hij draaide zich om en liep weg, terwijl de tranen over zijn
wangen gleden. Anthira, met lange sprongen als een hoprobot, haalde hem in en
sloeg haar armen om hem heen. Kilian drukte zijn hoofd tegen haar schouder.
Achtern hem vloog het luchtschip met een daverende klap de lucht in. Admiraal
Cranach, de nooit verslagene, had de enige uitweg gekozen die hem voor een
schande van de overgave kon behoeden.
Reacties
Een reactie posten